Galgenliederen en andere

Christian Morgenstern (1871-1914) is een van de grootmeesters van de Duitse poëzie. Hoewel zijn eerste Galgenliederen al in 1905 verschenen, blijkt hij nog steeds verrassend actueel. De Galgenliederen vormden de opmaat tot een serie groteske gedichten die de mensheid een lachspiegel voorhoudt. Zijn poëzie is humoristisch en karikaturaal, gevoed door de geest van een diepzinnig vrijdenker. Morgenstern verklaart de oorlog aan domheid, arrogantie, opgeblazenheid, kleinburgerlijke bekrompenheid en de oorlog zelf.
Morgenstern wilde, net als zijn grote voorbeeld Nietzsche, een omwaardering van de bestaande waarden en afrekenen met de heersende moraal en vastgeroeste ideeën. Hij kwam met een baanbrekende vormentaal, schreef pure klankgedichten en zelfs het compleet woordloze ‘Nachtgezang van de vis’. Samen met tijdgenoot Guillaume Apollinaire, was hij een van de wegbereiders voor Dada, de Franse Surrealisten en vele anderen, ook in Nederland. ‘De Blauwbilgorgel’ van Cees Buddingh’ is hier een goed voorbeeld van.

Deze uitgave is de eerste Nederlandse bundeling van de complete Galgenliederen en aanverwante groteske literaire giganten. Wie wil weten wanneer de housemuziek werd uitgevonden, waarom Baselitz zijn doeken ondersteboven schildert, of hoe het toch komt dat in villawijken monstrueuze nieuwbouw statige historische pracht verdringt, vindt hoogst originele antwoorden bij Morgenstern. Prachtig vertaald door Bèr Wilbers.