De paddenstoel aan het einde van de wereld

Een van de meest kostbare wilde paddenstoelen is de matsutake. Deze aromatische paddenstoel groeit op het noordelijk halfrond in bossen die door menselijk ingrijpen in desolate landschappen zijn veranderd. Net als ratten en kakkerlakken nemen matsutakes de ecologische puinhoop voor lief.

Sporen
In De paddenstoel aan het einde van de wereld volgt antropologe Anna Lowenhaupt Tsing de productieketen van matsutakes. Die begint bij plukkers in de bossen van Oregon en eindigt bij fijnproevers in Japan. Ze gaat in gesprek met Hmong-strijders uit Indochina, Chinese matsutakehandelaren, Finse houtvesters en vele anderen. Hun verhalen geven inzicht in de geschiedenis en ecologie van matsutakes, maar ook in precaire levensomstandigheden. De rode draad in deze met prijzen overladen publicatie is de vraag hoe je kunt overleven in een door mensen verstoord milieu.

Anna Tsing (1952) is hoogleraar antropologie aan de University of California, Santa Cruz. Van 2013 tot 2018 bekleedde zij de Niels Bohr-leerstoel aan de universiteit van Aarhus in Denemarken.