‘Het gaat om heel eenvoudige dingen’

Jean Leering en de kunst
Paul Kempers

 27,50

Added to Wishlist
Added to Wishlist
See your favorite product on Wishlist
ISBN: 9789492095077
2015, 1ste druk - paperback (23,5 x 16,5 cm), 336p. - ontwerp: Sam de Groot
  • Uitgebreide, zeer leesbare biografie over de gedreven idealist, mentor, schrijver, gentleman-activist
  • Leerings invloed werkt door in actuele discussies over de maatschappelijke rol van kunst en het museum
  • Winnaar van de AICA-prijs!

Amper dertig jaar was Jean Leering (1934-2005) toen hij benoemd werd tot directeur van het Van Abbemuseum. De opvolger van Edy de Wilde maakte van het Van Abbe een spraakmakend museum, waar de erfenis van Theo van Doesburg, László Moholy-Nagy en El Lissitzky werd verknoopt met de nieuwste kunst van de jaren zestig en zeventig.
Als eerste haalde Leering kunstenaars als Robert Morris, Donald Judd, Christo, Bruce Nauman en Joseph Beuys naar Nederland. Hij organiseerde exposities over minimal art, seriële kunst en lichtkunst die internationaal de aandacht trokken.
De bewonderde tentoonstellingmaker – opgeleid als bouwkundig ingenieur – schrok niet terug voor ferme uitspraken. Het museum? Dat was onderdeel van de preventieve geestelijke gezondheidszorg, een instrument voor emancipatie, een kritisch beeldinstituut dat kon bijdragen aan de vorming van de publieke opinie. Met geëngageerde tentoonstellingen als ‘De Straat’, ‘Cityplan Eindhoven’ en ‘Bouwen ’20-’40’ zou het van Abbe de toon zetten voor een generatie jonge curatoren in de eenentwintigste eeuw.
Leering was een activist van de geest wiens ideeën soms op felle tegenstand stuitten. Met zijn vaste vormgever Jan van Toorn zette hij vraagtekens bij de status van het museum als onbetwiste autoriteit. De vraagtekens werden uitroeptekens toen Leering onslag name om leiding te geven aan de nieuwe koers van het Tropenmuseum (1973-1975) in Amsterdam.
Tentoonstellingen, vond Leering, dienden inzicht te geven in hoe de wereld in elkaar stak. Hoe de wereld verkeerd in elkaar stak, soms. En wat daar aan gedaan kon worden. Want een museum dat zijn werkzaamheid alleen tot het netvlies wilde beperken, was een half museum.
Over hoe dat museum eruit had kunnen zien, gaat dit boek. Over de kijker tegenover het kunstwerk en de band tussen kunst en samenleving. Met Heidegger, Merleau-Ponty en Foucault waakzaam in de coulissen.

 

Ook interessant
Scroll naar boven