Het lijden van vorst Sternenhoch

Het lijden van vorst Sternenhoch (1928), de enige roman van de Tsjechische schrijver en filosoof Ladislav Klíma (1878-1928), verschijnt hier voor het eerst in Nederlandse vertaling. De hoofdpersoon is vorst Sternenhoch, die zelf het verhaal vertelt in een reeks korte en langere dagboeknotities. Hij heeft, naar eigen zeggen, ‘een knap voorkomen, ondanks een paar smetjes, bijvoorbeeld dat ik slechts één meter vijftig meet en maar vijfenveertig kilo weeg,  dat ik vrijwel geen tanden heb, geen haar en ook geen baardgroei, dat ik tevens lichtelijk scheel kijk en dat ik enigszins mank loop; enfin, ook de zon heeft zijn vlekken.’ Hij is een rijke aristocraat en gunsteling aan het hof van de Duitse keizer. Hij voelt zich hevig aangetrokken tot ene Helga, niet bepaald een schoonheid: ‘Ze leek een wandelend lijk dat door een of ander mechaniek werd voortbewogen.’ Helga’s vader schenkt hem desgevraagd haar hand. Ze trouwen en krijgen een zoon, maar dan wordt het sluimerende beest in haar wakker. De liefdesverdwazing van de vorst, en haar afkeer van hem, wordt almaar heviger en voorspelt weinig goeds. Het ondenkbare gebeurt. Hij kan aan haar, zijn demon, niet ontsnappen. Het boek beschrijft zijn afdaling in de waanzin.

Klima’s verhaal beweegt zich tussen visioen en werkelijkheid, tussen het verbeelde en het tastbare, maar met een forse dosis ironie en humor, een literair spel dat fascineert en betovert.